Actinische keratose is de medische term voor zonneschade. Het is te herkennen aan roodachtige tot bruine, schilferige vlekjes op de huid. Het zijn plekjes die kunnen uitgroeien tot huidkanker. Als je weet hoe ze voelen en eruitzien, kun je ze in de gaten houden. Het in de gaten houden van je huid is dan ook van belang naast verstandig zonnen, zo geeft dermatoloog Marcel Bekkenk, aan: “Wees bewust van veranderingen op je huid en van de schade die de zon op je huid kan aanrichten. Ontdek je een verdachte vlek, ga dan altijd naar de huisarts.”
Hoe ontstaat zonneschade?
De uv-straling van de zon richt zowel in als op de huid schade aan, die zich in de loop van de jaren opbouwt. Zonneschade wordt ook wel actinische keratose genoemd. Het is een huidaandoening die te herkennen is aan roodachtige, schilferige plekjes. Je vindt ze vooral op de rug van je hand, de onderarmen, je gezicht of op de de kale schedel. In het begin is de huidafwijking beter te voelen (als ruw plekje) dan te zien. Soms zijn ze licht pijnlijk bij aanraking. De grootte kan wisselen van enkele millimeters tot enkele centimeters. Vaak zijn er meerdere plekjes aanwezig en zijn er aan de huid andere tekenen van langdurige zonlichtblootstelling te zien, zoals vlekkige verkleuringen, rimpels en dunner worden van de huid.
Als je je huid controleert is het niet alleen belangrijk om te kijken, maar ook om je huid goed te voelen. Zonneschade voelt ruw aan, vergelijkbaar met de structuur van schuurpapier. Deze plekjes kunnen vanzelf overgaan. Er is echter een kleine kans dat een of meer plekjes zonneschade uitgroeien tot huidkanker. Door je huid in de gaten te houden kun je veranderingen tijdig signaleren. Als je verandering van je huid signaleert of verdachte plekjes ontdekt, neem dan altijd contact op met je huisarts.
Hoe bouw je zonneschade op?
Voornamelijk mensen met een licht huidtype die vaak in de zon komen, lopen een hoog risico. Het is te vergelijken met een emmer en druppelende kraan. Als je een hele grote emmer hebt, kan het zijn dat deze nooit overstroomt, ongeacht hoe lang de kraan blijft druppelen. Als je een kleine emmer hebt, kan deze snel vol raken. Je zongedrag bepaalt hoe hard de kraan stroomt en je huidtype hoe groot de emmer is.